Na een nacht slapen op beton (jezus, wat waren die bedden hard) gaan we nu nog een dagje cultureel verantwoord bezig. We gaan eerst naar Tenryu-ji Zen-tempel en daarna lopen we door het bamboebos. Het regent ook vandaag weer, maar lang zo erg niet als gisteren.
Daarna volgt de Ryoan-ji. Deze staat op de UNESCO-lijst. Dit is meer een zen tuin zonder bomen, met alleen maar stenen. Het is een vlak van, denk ik, 25 meter lang, maar je moet het gezien hebben.
De Kinkaku-ji is het volgende adres op ons lijstje. Dit is een tempel die voor een groot gedeelte met bladgoud is bewerkt.
Na weer wat tempels gaan we eerst wat eten en op weg naar ons hotel van vandaag. Vannacht slapen we met ons vieren op één kamer en omdat we in een traditionele onsen slapen, slapen we op futonbedden. Wat dit zo bijzonder maakt, is dat dit een traditioneel badhuis is met een eigen warmwaterbron. Dames en heren baden apart. Ook moeten wij onze schoenen uitdoen als wij in het hotel aankomen. Maar dat is niet alles, voor elke plek zijn er andere slippers die je aan kan doen. Zo krijg je bij binnenkomst slippers voor op de gangen, slippers voor buiten en zelfs slippers voor op de wc. En in je kamer moet je de slippers dan weer uit doen en op sokken. Erg bijzonder en dat gaat dus ook nog wel eens verkeerd.
Het eten moeten we zelf maken met een hotpot. Na enige oefening en het laten aanbranden op het laatst, was het eten lekker. Heerlijk zo’n dagje ertussen waar je niet veel hoeft. Morgen naar Nara Park, eens kijken wat dat weer wordt.
Groeten Gea